Lagere leesvaardigheid komt veel vaker voor bij mensen met financiële problemen. Uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen in samenwerking met Syncasso Gerechtsdeurwaarders, Kredietbank Nederland en Stichting Lezen & Schrijven blijkt dat de helft van de mensen die kampen met financiële problemen waarschijnlijk ook moeite hebben met lezen.
Maar liefst 50,3% van de deelnemers aan het onderzoek – klanten van Kredietbank Nederland en Syncasso Gerechtsdeurwaarders – kreeg de ‘indicatie laaggeletterdheid’, terwijl in heel Nederland 18% van de populatie laaggeletterd is. Dat betekent dat ze niet volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving, omdat zij onder het door de overheid gestelde taalniveau scoren.
Communicatie verbeteren
Nu de eerste fase van het project is afgerond, gaan de initiatiefnemers aan de slag om oplossingen te bedenken om effectief te communiceren met laaggeletterden met financiële problemen. Carry de Niet, directeur Kredietbank Nederland: “Het onderzoek bevestigt het vermoeden van onze medewerkers dat het percentage laaggeletterden onder mensen met financiële problemen hoger ligt dan gemiddeld. Dit heeft grote gevolgen voor de laaggeletterden zelf en voor de maatschappij als geheel. Op basis van de uitkomsten zullen Kredietbank Nederland en Syncasso Gerechtsdeurwaarders in samenwerking met Stichting Lezen & Schrijven nieuwe communicatiemiddelen ontwikkelen. Met als doel dat deze groep mensen geen belangrijke informatie hoeft te missen die kan helpen bij het oplossen of tegengaan van de financiële problemen waarin ze verkeren.”
Taboes
Geke Van Velzen, directeur-bestuur van Stichting Lezen & Schrijven, hoopt dat dit onderzoek helpt om taboes te doorbreken: “Nu aangetoond is dat de helft van de mensen met financiële problemen waarschijnlijk moeite heeft met lezen, is het belangrijk dat schuldhulpverleners en deurwaarders daar rekening mee houden. Laaggeletterdheid herkennen, communicatie vereenvoudigen en ruimte maken voor persoonlijk contact. Juist het persoonlijke contact is belangrijk, zo ontstaat er ruimte om ook andere dingen te bespreken die nodig zijn om uit de schulden te komen en te blijven. Zo kan iemand bijvoorbeeld worden doorverwezen naar een Taalhuis in de buurt. Op die manier worden twee taboes doorbroken, namelijk die van schulden en van laaggeletterdheid.”
Hoe gaat Flanderijn hier mee om?
“Het is goed dat de relatie tussen schulden en laaggeletterdheid nu is onderzocht. Wij herkennen de problematiek ”, zo reageert Michel van Leeuwen, directielid van Flanderijn. “Dat is ook de reden dat we onze brieven en e-mails lezersgericht schrijven en laagdrempelige communicatiemethoden inzetten. We merken ook dat de vragen van mensen met schulden vaak niet gaan over de inhoud maar over de mogelijke oplossing. Dat betekent dat de boodschap duidelijk is. Dit wordt ook bevestigd in onze onderzoeken naar de effectiviteit van de communicatie. Daarnaast werken we bijvoorbeeld met de stichting Lezen en Schrijven en de gemeente Rotterdam samen in het herkennen van schuldenaren met een taalachterstand. Die verwijzen wij actief door naar het Taalpunt van de gemeente Rotterdam. Een volgende stap is het taalkundig eenvoudiger maken van onze exploten. Daar zijn we hard mee bezig en we hopen die eind volgende maand in gebruik te kunnen nemen’.
Het rapport van de Rijksuniversiteit Groningen vindt u hier.